Uden
Uden is een plaats en gemeente in de provincie Noord-Brabant. De gemeente telt
40.230 inwoners (1 januari 2006, bron: CBS) en heeft een oppervlakte van 67,59
km² op 19 tot 21 meter boven de zeespiegel.
Uden was
aanvankelijk een agrarische gemeenschap. Vlak na de Tweede Wereldoorlog werd
het door het Rijk aangewezen als centrumgemeente. Het door de Duitsers
achtergelaten vliegveld ('Fliegerhorst') bij Volkel werd uitgebouwd tot wat nu
de grootste luchtmachtbasis van Nederland is: Vliegbasis Volkel. De komst van
deze luchtmachtmilitairen die er kwamen werken en in Uden wonen; de aanzetten
die zij gaven tezamen met de Orde van het Heilige Kruis (Klooster der
Kruisheren en Latijnsche School/College) bij de opbouw van uitgaans- en
cultureel leven (Kulturele Kring, Schouwburg De Schouw), oprichten van
sportverenigingen (o.a. Tennis, Hockey, Atletiek, Volleybal),
Carnavalsstichting De Knoerissen 1965 e.d. was van grote waarde voor de
ontwikkeling van Uden. Een tijdlang kwam er extra subsidie voor bedrijvigheid
in kader van I.P.R. (Investerings Premie Regeling). Dit leverde Uden
aanzienlijke voordelen op en bespoedigde de uitgroei van (arm) dorp tot een
stedelijke gemeente, of zoals een boektitel luidde: 'Van Kersendorp tot Plaats
met Pit'! Belangrijkste regionale functie van Uden is het winkel-, woon-,
uitgaans- en industrieelaanbod waar een groot deel van de werkgelegenheid uit
voortkomt. De bereikbaarheid van Uden is door de komst van de doorgetrokken
autosnelweg A50 (Eindhoven-Uden-Nijmegen-Zwolle) aanzienlijk verbeterd.
In het kader
van door de Provincie Noord-Brabant sinds 2000 aangewezen worden als stedelijke
regio Uden-Veghel (in ontwerp-plannen ook wel 'Vudel' genoemd voor
'Veghel-Uden-(Boekel)' samen) moeten allerlei samenwerkingsplannen worden
gemaakt.
Door de sterk
oprukkende verstedelijking, heeft Uden een zeer diverse bevolkingsopbouw,
industrie-, uitgaans-, woon- en winkelaanbod, en tal van sport- en overige
verenigingen. In Uden is specialistische bedrijvigheid op technologisch,
dienstverlenend gebied gevestigd. Nadeel van de verstedelijking is dat de
historische kern van Uden vrijwel compleet teloor is gegaan, net als de
uitgestrekte kersengaarden ('Ujese Zwarte') die bijna een eeuw van 1860 tot
1955 de basis vormde van de toen roemruchte kersenperiode met een eigen veiling
en het symbool Peerke Verschiet bij de bijbehorende kersenfeesten. De
kersenboomgaarden zijn mede door een te harde stijging van arbeidsloon waardoor
hele oogsten verloren gingen alsook door een rooipremie van het toenmalige EEG
in de jaren 1960 vrijwel geheel verdwenen.
Historie
Oude St. Petrus uit 1300, na de verwoestende brand van zondag 4 april 1886.
Heden ligt op deze locatie het oorlogskerkhof (Uden War Cemetry) waar op
initiatief van de Heemkundekring Uden de contouren van de oude kerk met stenen
zijn gemarkeerd.
Oude St. Petrus uit 1300, na de verwoestende brand van zondag 4 april 1886.
Heden ligt op deze locatie het oorlogskerkhof (Uden War Cemetry) waar op
initiatief van de Heemkundekring Uden de contouren van de oude kerk met stenen
zijn gemarkeerd.
In het verre
verleden ontstond de Peelrandbreuk, onder meer zichtbaar aan de Karperdijk en
was er in de ijzertijd al bewoning nabij de heide van Slabroek, dat door
recente opgraving van een urnenveld is ontdekt. Anno 1190 n.Chr. komt in een
Zutphense akte van de graaf van Gelre voor het eerst de naam Uden voor (heer
Ricolt van Uthen). De eerst bekende naam van Uden was Uot, deze was tot in de
11e eeuw bekend. Daarna is het (geleidelijk) in Uden veranderd. In die tijd
bestonden er een aantal verspreid liggende kernen, die geleidelijk een eenheid
zijn gaan vormen: de omgeving van de huidige Pius X-Kerk, een uit de
vóór-Frankische tijd daterende kerk in de Bitswijk, een Frankische nederzetting
in de buurt van het driehoekige marktveld, de omgeving van het
Birgittinessenklooster en het Moleneind.
In 1324 ging
de heerlijkheid Uden in bestuurlijk opzicht behoren tot het Land van Ravenstein
onder heerschappij van het Huis van Valkenburg tot en met 1396.
In 1339 kwam
er een Schepenbank in Uden. De bevoegdheid van dit 'Heikantsgericht' strekte
zich uit over de gehele vroegere heerlijkheid Uden, dat bestond uit Uden,
Boekel en Zeeland.
De schepenbank
voerde in die tijd een zegel (de oudste afdruk uit 1331), met daarop een
eikenboom, waaraan twee schilden hangen die de wapens van de oudste heren uit
het geslacht Van Herpen en dat van hun opvolgers uit het geslacht Van
Valkenburg vertonen. Dit is het eerste Wapen van Uden.
Door
kinderloos overlijden van Reinoud van Valkenburg (gehuwd met Elisabeth van
Kleef) beleent hertog van Brabant Adolf van Kleef met Herpen, Ravenstein en
Uden waardoor in 1397 het Land van Ravenstein Kleefs territorium werd. Het
wapen van Uden ging in deze periode lijken op die van Kleef, waar het heden ten
dagen nog herkenbaar elementen van bevat. Nadien komt dit gebied in 1629 onder
Neuburg-Palts. Onder de Neubergers kende het gebied godsdienstvrijheid.
Doordat de
aangrenzende gewesten Brabant en Gelderland vanaf 1648 officieel onder de
Staten-Generaal vallen, werd dit Land van Ravenstein meer en meer als
"buitenland" gezien. Inderdaad golden er andere wetten en regels. Zo
konden de katholieken uit Staats Protestants gebied in dit vrije land vrij ter
kerke.
Uden heeft van
oudsher een centrumfunctie, dat terug gaat naar de 14e eeuw. De Sint Petruskerk
uit 1300 was het godsdienstige centrum voor heel de omgeving. Naast het
natuurlijke centrum in de omgeving van het huidige Piusplein, ontwikkelde zich
rond het marktveld een tweede, economisch centrum. Daar kwam de weekmarkt tot
bloei, die zich tot op de dag van vandaag wist te handhaven. Op de markt, die
geheel in dienst stond van landbouw en veeteelt, verkochten de boeren hun vee
en landbouw- en gebruiksartikelen. Pas in de 18e eeuw veranderde het aanzien
van de weekmarkt. De particuliere boterproductie werd grootschaliger en de
uitbreiding van de regionale markt met een boterwaag was een feit.
Meerdere malen
fungeerde Uden als toevluchtsoord. Zo kwamen na de inname van ‘s-Hertogenbosch
de Kruisheren (Orde van het Heilige Kruis) (in 1638) en de zusters
Birgittinessen (Orde van de Heilige Birgitta) (in 1713) naar het vrije (vrije
heerlijkheid) Uden.
In 1805
eindigde de "status aparte" van het Land van Ravenstein, dat na de
Franse Tijd deel is gaan uitmaken van het Koninkrijk der Nederlanden waarbij de
heerlijkheid Uden werd opgedeeld in de gemeenten Uden, Boekel en Zeeland.
De huidige
benaming van het moderne bedrijventerrein Vluchtoord herinnert aan de periode
van de Eerste Wereldoorlog, toen enkele duizenden Belgen in Uden hun toevlucht
zochten voor het oorlogsgeweld in hun eigen land.
Centrum
In het
regionale centrum van Uden of bij mooi weer op de vele terrassen vertoeven
mensen afkomstig uit alle windstreken van Noord-Oost Brabant en daarbuiten. Men
winkelt, geniet culinair en gaat uit in een ontspannen sfeer. Het centrum van
Uden ligt midden in het hart van een regio met een bereik van ongeveer 400.000
zielen waarvan 125.000 à 200.000 mensen per week het gevarieerde centrum
aandoen om in hun behoeften te voorzien. Naast de aanwezige winkels, koopcentra
en horeca-aanbod zijn er tal van voorzieningen op cultureel en kunstzinnig
gebied medebepalend zijn musea (Museum voor Religeuze Kunst; Pronkkamer; InC)
en het moderne Theater Markant (uit 1996).
Bedrijvigheid
Udens oudste industrieterrein omvat de huidige Losplaats (ook bekend als
bedrijventerrein "Molenheide") waar in 1882 door Henricus Coenen uit
Zeeland en Johannes Schoenmakers uit Druten aan het toenmalig spoor een
kunstmestfabriek werd opgericht. Ander bekende ondernemersfamilies zijn Diks en
Coenen, die in 1917 'DICO' startten een strohulzen-machinefabriek en later
stalen bedden gingen produceren. In 1980 gevolgd door Piet Diks Sr met zijn
zonen met 'Beter Bed', een internationale keten van slaapwarenhuizen. Ca. 1969
begon glazenwasser Cor van der Heijden C.S.U. (=Cleaning Service Uden) wat nu
CSU Total Care is en de vierde grootste schoonmaak-, onderhoud- en
beveiligingsgroep van Nederland.
Uden lag destijds aan de spoorlijn tussen de wereldsteden Moskou, Berlijn en
Londen. Voor de gewone sterveling was dit "Duits Lijntje" de
verbinding tussen Roosendaal-Boxtel-Veghel/Uden-Gennep/Boxmeer-Duitsland. Het
werd toentertijd geëxploiteerd door de NBDSM (Noord-Brabantsche en Duitsche
Spoorweg Maatschappij), later overgenomen door Staatsspoorwegen
(SS)/Nederlandse Spoorwegen (NS). Vanaf ca. 1975 zijn tussen Veghel/Uden en
Gennep de spoorrails weggehaald, wat overbleef was een goederenspoor tussen
Boxtel en Veghel en een regionale variant van een Ecologische (Hoofd-)Structuur
oftwel een langgerekt gebied met natuurwaarden over de oorspronkelijke
stamspoorweg.
In 2005 is bekend geworden dat de NS geen onderhoud meer wil gaan plegen over
het overgebleven treinvak Boxtel-Veghel. Sinds 2004 zijn echter wel bedrijven
en met name de gemeente Veghel weer in het lijntje geïnteresseerd om er een
lightrail van te maken.
Bezienswaardigheden
* De RK kerk Sint Petrus' Stoel te Antiochië, een kerk in neo-romanogotische
stijl naar een ontwerp van architect Carl Weber met twee torens en een grote vieringkoepel.
De kerk werd in 1888-1890 gebouwd ter vervanging van de door een grote brand
verwoeste oorspronkelijke Sint Petrus uit 1300.
* De molen van Jetten, een standerdmolen uit 1811 welke onderwerp is in het
werk met de titel 'De molen van Uden' van Piet Mondriaan.
* Abdij Maria Refugie, waar ook het Museum voor Religieuze Kunst sinds 1974 met
kerkelijke en religieuze kunstschatten is ondergebracht.
* Natuurpark De Maashorst, stuifduinen de Bedafse Bergen en het Annabosje,
uniek natuurverschijnsel waar water door Udense Breuk (en Horst en
Slenk-werking) stroomt van lager naar hoger gelegen gebied.
Overige
kernen
Odiliapeel en
Volkel zijn zogeheten kerkdorpen behorend tot de gemeente Uden.
Gemeentevlag Uden
Gemeentewapen Uden